Ieder huishouden had vroeger zijn eigen manier van erwtensoep maken. Veelal maakte men de soep een dag van te voren klaar, en warmde het de volgende avond op. Pas op dit moment mag erwtensoep snert genoemd worden! Er zijn dus veel manieren van klaarmaken. Tegenwoordig wordt er vaak aardappel gebruikt om de soep wat dikker te maken, en voegt men ook ui toe. Dit zijn overigens twee ingrediënten die van oudsher niet werden gebruikt.
Dit recept van erwtensoep is voor de verandering (wat mijn klaarmaken betreft), een keer zonder spekjes, maar met riblappen. De rookworst is natuurlijk onmisbaar, dus die gaat nergens heen...
Mijn persoonlijke voorkeur gaat absoluut uit naar deze snert. Het rundvlees en het laurierblaadje voegen net dat beetje nostalgie toe, en dat proef je.
Ingrediënten voor 5-6 personen:- 1 riblap á 225 g
- 2 grote wortels
- 2 preien
- 400-450 g knolselderij
- 1 grote rookworst
- 300 g spliterwten
- 1-2 laurierblaadjes
- Spoel de spliterwten goed schoon. Zet vervolgens de schone spliterwten op in een ruime pan met 2l water, het laurierblaadje en de riblap. Laat de erwten in 1 tot 2 uur stuk koken met de deksel op de pan, en schep zo nu en dan het schuim af.
- Snijd in de tussentijd de wortel in plakken, de prei in halve ringen en de knolselderij in blokjes ter grote van een dobbelsteen. Was de groenten goed schoon.
- Voeg na 1 tot 2 uur koken de groenten toe en breng het op smaak met aardig wat zout. Laat het samen nog tenminste 1 uur zachtjes doorkoken.
- Roer de soep goed door en zet het vuur uit. Haal de riblap uit de pan en trek het vlees uiteen met twee vorken. Schep het vlees terug in de pan en verwijder het laurierblaadje.
- Tip: Laat de soep een nacht staan.
- Breng de volgende dag de soep op smaak met voldoende grove peper, en warm hem op met de rookworst in de soep met de deksel op de pan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten